Flinterdun schaatsen op het schoolplein bewoners blok 1 / nummers 5 t/m 75












EEN SLEETJE, EEN HELLING EN ZO HET IJS OP



Door Rene Kooistra, Tinaarlostraat 45 en later 53 / juni 2012 / r.kooistra.live


ZWART-WITTE POEDER


Herinneringen van andere ex-bewoners komen ook bij mij terug. Het stoepranden (dat kon nog met zo weinig auto's in de straat) en blikkiesbuut. Maar ook het tenten bouwen van lappen en dekens, voetballen in de tuin, op de step met Marga Anneese naar de winkels in de Wapserveenstraat om een zakje zwart-wit poeder te kopen met een plastic speeltje erin. Zomers op de fiets naar het strand. Maarten de Vries heeft mij trouwens op het schoolplein leren fietsen.


ZWEMMEN, OMDAT HET MOEST


Op vrijdagavond met de oudere Vitesse-jeugd mee naar het zwembad in het Zuiderpark. Ik had in het begin een hekel aan zwemles. Als ik in de Regentes op zatermiddag naar zwemles moest, was ik altijd buiten en onvindbaar. Mijn vader heeft mij wel eens van het dak van de Leonard Roggeveenschool moeten halen om mij naar zwemles te krijgen. Mijn broer Frank was vaak op Vitesse te vinden. Hij deed aan wedstrijdzwemmen en ook langebaan zwemmen.


ZWAK IJS


Meneer Malcolm maakte van die prachtige vliegers met een lange staart. Die iglo op het schoolplein, dat het schoolplein was ondergespoten en daar werd dan geschaatst. Als er ijs was was ik meestal te vinden op het slootje achter de school in de Genemuidenstraat bij de sportvelden. Hoewel mijn moeder mij nog niet zolang geleden het verhaal vertelde dat ik als jongetje van een jaar of vijf op mijn sleetje van de helling langs de sloot op de Hoogeveenlaan afgleed, en zo het ijs op. Ik was daar uren mee bezig geweest en kwam maar niet thuis. Mijn ouders gingen mij zoeken en hebben me daar in de avond in het donker op het ijs gevonden. Ik ben ook wel eens op 1e kerstdag door het ijs gezakt. Daar waren mijn ouders ook héél blij mee.


KRANT OP SCHOOT


Mijn ouders keken altijd graag naar schaatswedstrijden met de krant op schoot om de tijden te noteren (en de gordijnen dicht anders zag je overdag gewoon niets op die zwart-wit televisies van toen).



MET THE WHO NAAR SCHOOL


Ik heb niet in de Tinaarlostraat op de lagere school gezeten, maar op de Marterrade. Ik bleef niet op school over en dit betekende dat ik twee keer per dag op en neer helemaal naar de Marterrade liep (vraag me niet waarom ik niet fietste). Mijn oudste broer Ruud had de plaat Tommy van The Who gekocht en draaide die veel. Eén beeld dat me is bijgebleven is dat ik de hele weg naar de Marterrade de hele Tommyplaat zong (in het steenkolen-Engels, want wist ik veel wat ik zong op mijn 10e).


SPORTEN DICHTBIJ

<

In de eerste jaren van mijn lagere schooltijd trok veel op met Richard Dietz, die later naar de Den Helderstraat verhuisde. Ik speelde veel met hem. Hij was eigenlijk de enige jongen die echt van mijn leeftijd was. De meesten waren net iets ouder of jonger. Ik ben ooit eens met Richard naar de Efteling geweest. Dat was voor mij heel wat. Van zijn vader herinner ik me zijn opvallende witgrijze haar en zijn moeder was vaak gebruind. Maar ik speelde ook bij Johnny Ingram en bij Rens Korevaar thuis kwam ik vaak. Rens had een mooie trein (veel mooier dan de mijne). Later heb ik veel vooral gevoetbald met Rens, Johnny, Peter de Vries, Tonny Schaken en René Dijkhuizen, die later beneden ons was komen wonen. Er staat me zelfs bij dat we een tijdje hebben gehonkbald op het grasveldje voor het schoolplein. Chris Wareman had een felgele strandbuggie. Dat was een cool ding hè. Dat tafelvoetbalspel dat we speelden in de kelderruimte was volgens mij ook van Chris.


PLATEN DRAAIEN


Later heb ik op de Morgenstond Mavo gezeten. Een prima school, waar ik toch wel veel gespijbeld heb. In die tienerjaren heb ik met Rens verreweg het meeste contact gehad. Ik kwam vaak bij Rens thuis om plaatjes te draaien en we wisselden nieuwe muzikale ontdekkingen uit. Ook leenden we elkaars platen om ze op te nemen op onze cassetterecorders. Ik heb dierbare herinneringen aan dat muziek luisteren, platen kopen in Delft en ook onze eerste concertbezoeken. Volgens mij ben ik met Rens naar Camel in Delft geweest, Todd Rundgren in het congresgebouw, Hall en Oates in de Rai en ook staat me bij dat we één of ander festival met 10cc in Delft hebben bezocht. We zijn ook eens naar het Paard van Troje geweest om naar Seventh Wave te kijken.

SPELEN GOED


André Briedé - uit het eerste blok - had een ernstige hartafwijking en speelde daarom nooit buiten. Hij was een klein, tenger en door zijn ziekte een bleek roodharige jongen. Hij was rustig en bedeesd. Ik heb wel een tijdje bij hem thuis gespeeld, als hij niet te vermoeid was. We speelden dan met Thunderbirds- en Batmanspeelgoed. Ook ben ik eens met hem en zijn vader naar Meijendel geweest om wat te wandelen. Van zijn overlijden kan ik mij niet veel herinneren Ik denk dat mijn ouders mij hiervan weghielden.


ARDENNEN OP DE BROMMER


Het overlijden van meneer De Vries - onze bovenbuurman - kan ik mij heel goed herinneren en heeft grote indruk op me gemaakt. Vooral ook omdat dit op straat gebeurde bij het zaterdagse autowassen. In 1967 of 1968 ben ik nog eens met de familie De Vries met de auto meegereden naar de Ardennen. Mijn ouders hadden toen nog geen auto en reden daar naartoe op de brommer met de kampeerspullen achterop. Voor mij was geen plaats op de brommer, vandaar dat ik mee mocht rijden met familie De Vries. Dat was een hele belevenis, want ik had nog nooit zolang in een auto gezeten.



GRIESMEELPUDDING IN DE VENSTERBANK


door Rens Korevaar, Tinaarlostraat 63, toen nog zonder postcode (en soms ook zonder post)



Mijn ouders waren zielsblij met hun jonge woning zo einde 1955. Ze kwamen te wonen in een driekamerwoning, in het eerste blok, vierde portiek, driehoog, voor- en achter! Samen met mijn oudere zus Joke.
Ik ben geboren in 1956 en werd liefdevol opgenomen in een mooie straat. En met mij vele andere buurmeiden en -jongens.
Een selectie van medejeugd van het eerste blok: Ton Schaken, Trees Hilling, John Ingram, Chris Wareman, Rene Kooistra, Boele Eding, Peter de Vries, Lisette Dietz, Marga Anneese en Patricia Malcolm.
Ik heb een rijke, prachtige jeugd gehad. Ik ben mijn ouders - Leen en Laura - hier altijd dankbaar voor geweest. Ze leefden hun leven en bepaalden zo mijn mooie herinnering. Geluk was toen bij hen ook gewoon. En zo ook bij mij.
Mijn herinneringen van er 24 jaar wonen, leven en jeugden zijn er voor mijn weblog en boek.
Met de jeugd televisie kijken bij de oudere mevrouw de Beer uit het eerste portiek (want niemand had nog deze techniek), het spelen, ravotten en voetballen in de achtertuin en op het schoolplein, het zien bouwen van de Hema op de hoek.
En thuis de warmte van de kachel door hete kolen, mijn vader die aan tafel ladingen toto-formulieren vouwde (zeg maar als bijverdiening) en in onze kelder van alles repareerde.
En mijn moeder haar heerlijke bruine bonen- en erwtensoep in de winter, de oliebollen en appelflappen met eigen vuur en natuurlijk de zelfbereide griesmeelpudding in vier bakjes die nog stonden af te koelen voor het open keukenraam naar het balkon.
De Tinaarlostraat, mijn jeugd, mijn deel van een mooi leven.
Er wordt gebeld. Er is post. 34 treden.

E-mail : Rens Korevaar





EEN IGLO OP HET PLEIN



door mevrouw S. van den Berg, Tinaarlostraat 61, nu wonend in een seniorenwoning in de straat.











Ik weet nog wel wat herinneringen. Oom George – mijn ex – maakte voor de kinderen op het schoolplein een iglo. Die stond er tot het ging dooien. Er werd in gespeeld en dan werd hij ingetrapt en werd er een sneeuwballengevecht gehouden.
Met warm weer speelden jullie buiten soms in badpak.



Er werden tentjes van lappen of oude gordijnen gemaakt. Er kwam limonade en wat snoepjes. Soms een ijsje. De groten pasten op de kleintjes. Later kwam de patat van tante Lien. De ouders zaten voor de deur op het grasveldje. Alles ging mee naar buiten tot de hond, de papagaai en de cavia’s toe. Drinkbak voor de hond in het portiek uit de zon.
Ook maakte Oom George mooie vliegers voor de jongens. Soms draaide het op ruzie uit en dan werden de tentjes ingegooid. En dan was het voor de rest van de dag afgelopen.
Zaterdags waren de vaders hun brommers of auto’s – als ze die hadden – aan het schoonmaken. En dan werd er wat afgepraat.


Mevrouw Anneese was boos. Marga kon geen huiswerk maken want Rens draaide keiharde muziek. Ze vroeg of Patricia er geen last van had. Ik moest helaas ‘nee’ zeggen, want Patricia maakte haar huiswerk ook met muziek keihard aan. Op de Rubbets in de ene kamer en Vivian draaide in de andere kamer kinderliedjes ook niet zachtjes. Ik stelde haar gerust. ‘Ach om zeven uur is het wel afgelopen’.
Denk ook nog aan de Kievits. Oom Wim kon niet slapen want als jullie uit school kwamen was er herrie op het portiek. Joke kwam altijd fluitend thuis en Marga en Patricia zingend en giechelend. En rennend liepen jullie over de trap. Ik heb er nooit last van gehad. Ik zou het graag nog eens horen.
Het was erg gehorig. Als het bij mij stil was hoorde ik bij Rens boven als hij naar bed ging drie keer tikken. Dan gingen de riemen van zijn opklapbed er af. Lachen. Zo gehorig was het.
Jullie gingen in de vakantie tomaten plukken voor een zakcentje. De Leyweg wielerronde. Zij kwamen door onze straat. Alles zat dan buiten. Na afloop mochten de wielrenners douchen bij Rante Lien en anderen. Ook in de school douchten zij.






TOEN WAS GELUK NOG HEEL GEWOON


Door Ingrid Lugt-Anneese , Tinaarlostraat 65


Mijn ouders waren dolgelukkig dat ze deze flat aangeboden kregen via het werk van mijn vader die op de Westlandbus de WSM werkte als chauffeur.
Zij woonden in bij mijn Oma en ik was net 4 jaar oud dat wij er kwamen wonen. Ik maakte toen ook kennis met mevrouw Korevaar en Joke ook 4 jaar oud dus ik had gelijk een speelkameraadje en we hebben ook heel wat afgespeeld, zowel buiten met andere buurkinderen als bij elkaar en ook op het portiek.
Als het regende, gleden we dan af van de reling, niet ongevaarlijk dus maar dat zag je als kind zijnde niet. De mensen die ik van het portiek kende waren de buren Van Lier, Korevaar, Van Rossum en de familie Drent die al snel ging verhuizen.
De familie Van Rossum ging ook weg en daar is de familie Malcolm voor in de plaats gekomen.
Nu dus Fie van den Berg, ze zal mij vast nog wel kennen, ze hadden zo'n lieve hond Bianca, ze kwispelde altijd als je thuis kwam en wilde altijd geaaid worden en dan was ze tevreden, helemaal beneden is ook de familie Kieviet komen wonen en zijn naderhand weer verhuisd naar Kijkduin.
En wat heb ik daar gespeeld zeg, knikkeren, tollen en stoeprandje gooien omdat er haast geen auto in de straat stond, fietsen op het schoolplein van de Talmaschool, verstopperje spelen en in de winter sneeuwpoppen maken en het schoolplein met een laagje water onder laten lopen en dan kon je schaatsen, ook heb ik veel gerolschaatst.

Ingrid met versierde step tijdens het tuinfeest. Ingrid, de 2 chineesjes, Chrisje Wareman en nichtje en de jongen die als cowboy is verkleed maar zijn naam weet ik niet meer.



Ik heb ook heel de Leijweg op zien bouwen en wij woonden 4 hoog dus kon je ook naar Wateringen kijken, de bouwerijen waren ook leuk om te spelen, wel gevaarlijk maar dat zag je als kind zijnde niet, zo hadden wij de bakker op de Leijweg en die hadden een ijsmachine en je kon dan een bakje pakken en als je geld er in deed kwam er ijs uit de machine en hield je dat bakje er voor, zo had Sjeenie Ingram zoals ik haar noemde (dus Jane) ontdekt hoe je gratis ijs uit de machine kon halen (ik dacht dat zij het was maar het kan ook een ander buurkind geweest zijn) en binnen de kortste keren was dat ding leeg, dus de bakker had het toen door en moest je je ijsje voortaan binnen gaan halen, leuke herinneringen.
Mevrouw Ingram bakte ook Croepoek en dan kregen wij ook allemaal ervan, mevrouw Ingram heeft ook meegedaan met blikkie trap op het schoolplein, we hebben ook tentjes gebouwd op het veldje van de Talmaschool.

Ingrid, Joke, Marian en Rens voor de tent. De optocht in de straat.



Als ik ziek was zette mijn moeder het bed voor het raam en dan kon ik de kinderen van de Talmaschool zien spelen, we konden zo vanuit huis in de klassen kijken, zelf zat ik op de Leonard Roggeveenschool en tijdens het buiten spelen riepen we naar de jongens van de Katholieke school, Hee Katholieken Elastieken, en vrijdag als die katholieke jongens naar de kerk waren geweest hadden ze allemaal een zwart kruisje op hun hoofd en ze hadden ook priesters die met hun mee liepen in die zwarte kleden en dat maakte heel veel indruk op mij, grappig hoor want naderhand zijn mijn eigen jongens naar de Katholieke school gegaan in Zoetermeer.
Toen de tv uitkwam waren Chrisjes ouders een van de eersten die een tv hadden en wij gingen dan voor een dubbeltje of stuiver bij Chrisje Wareman tv kijken naar Pipo de Clown en moesten onze schoenen uitdoen en dan zitten op een wit kleed.

Een schoolfoto van de Leonard Roggeveenschool uit de eerste klas, volgens mij heette de juffrouw mevrouw Mulkhuizen, 2e rij van boven helemaal links als je naar de foto kijkt dat ben ik en Joke naast de juffrouw. Marga en ik op de bank naast de kolenkachel. In de huiskamer zitten we tv te kijken, Marian op de leuning van de stoel, ik en Joke, Marga was net geboren en lag in de wieg.


De buurkinderen die ik ken zijn Boele, Coby Eding, familie De Vries, Nora en Els Verwaayen en Rien die helaas niet zo oud mocht worden, John, Jane, Edmay Ingram, Rudy, Frankie die ook is overleden en Reneetje, ook hebben even in het 2e blok de tweeling Johanna en Liesbeth gewoond en die leken heel erg op elkaar en ook Hetty die ik vaag herinner, ik heb ook met de kinderen uit de Wapserveenstraat gespeeld en Irene en Marjo Schipper waren mijn twee vriendinnen.
Zij woonden in het middelste blok van de Wapserveenstraat. Ook ken ik Gerrie Ippeij en die woonde tegenover ons van het balkon in de Wapserveenstraat. Ik ben ook met Anneke omgegaan en ken haar zusje Lieseth en broer Peter en Richard die erg ondeugend was en met mijn zus samen met Rene speelde.
Ik kan mij ook de Melkboer, Kolenboer, Schillenboer en Bakker Hus nog herinneren, mijn ouders bestelden ook veel aardappels en die werden dan ingepoederd en in de kelder gedaan zodat wij de hele winter vooruit konden, er stonden ook wekpotten in de kelder waar mijn moeder groente in had staan.

Aan het einde van de feestdag een kampvuur, de heer Korevaar met gitaar, de heer Wareman, Ingrid Anneese, Tonnie van Rossum, Joke Korevaar en de heer Verwaayen, daar zongen wij Mijn Sari Mareis Mijn verjaardag waar ik wat vriendinnen mocht uitnodigen en dat waren van links naar rechts Anneke Dietz, Nora Verwaayen, Joke Korevaar, Coby Eding en Ingrid op de hurken, ook zit mijn zusje Marga op de foto.


Enfin ik kan zo wel uren doorgaan. Ik heb er tot mijn 25ste jaar gewoond en ben dus vanuit huis getrouwd, toen was de Talmaschool een middelbare school geworden.
Mijn ouders zijn 4 jaar daarna verhuisd naar Houtwijk omdat ze van die 7 trappen afwilden en hebben daar nog 28 jaar gewoond, mijn moeder leeft nog en is 86 jaar oud en woont momenteel in een verzorgingshuis.
Mijn ouders hebben dus nog 25 jaar in de Tinaarlostraat gewoond we denken nog vaak terug aan die fijne tijd en zoals Rens zegt: "TOEN WAS GELUK NOG HEEL GEWOON."

Nora, Ingrid en Joke voor de deur van het portiek op weg naar zwemvereniging Vitesse. Optocht door de straat

SCHOOLTJE SPELEN IN HET TRAPPENHUIS


door Anneke Dietz, Tinaarlostraat 57; Anneke herkent de beschreven herinneringen.


Ik vond de Tinaarlostraat altijd prettig wonen. Vooral in de basisschool tijd. De middelbare schooltijd vond ik niet zo'n leuke tijd. De Tinaarlostraat was toen ook al erg aan het veranderen en ik had toen eigenlijk geen of weinig contact meer met de (buur)kinderen, zoals Rens, Richard, Rene en Patricia.
Mijn herinneringen aan de Tinaarlostraat. Inderdaad stoepranden, daar waren we best fanatiek in. Tenten bouwen van allerlei stokken, oude kleden en knijpers. Draden spannen van het ene balkon naar het andere en vervolgens briefjes naar elkaar sturen.



Een heel wegennet tekenen op het schoolplein tegenover onze huizen en daarop steppen en fietsen. Schaatsen op het schoolplein. Dit was door buren (ik weet niet meer wie) gemaakt, door sneeuwwanden te maken en daar tussen water te spuiten. Dat vroor s'nachts op en de volgende dag konden we schaatsen.
Er werd zelfs een iglo van gebouwd. Verder gleden we graag via de trapleuning naar beneden. We speelden ook graag schooltje beneden in het trappenhuis, maar dat mocht niet van de buren die beneden woonden en dan werden we weer weggejaagd. In de kelder rolschaatsen was ook leuk, maar dat mocht ook niet.
Bij Patricia hadden ze de kelder omgebouwd tot een soort kamer, met bank enzo. Daar mochten we wel eens spelen. Verder mochten we van onze ouders niet vaak binnenspelen, als het even kon werden we naar buiten gestuurd.
Wat ik me van de buren kan herinneren is niet veel. We hadden meest contact met ons eigen portiek. Mijn moeder had veel contact met Rie, onze naaste buurvrouw.
Zij had 5 katten, waarvan er 2 regelmatig in ons huis te vinden waren. De familie Kievit had op een gegeven moment een hond waar ik en ik denk nog meer mensen niet blij mee waren. Als je naar beneden liep schrok je je af en toe rot. Dan begon hij ineens als een gek te blaffen.
De familie Malcolm (Patricia) hadden wel een hele lieve hond, die Bianca heette. Daar waren we allemaal gek op. Die mocht alleen naar buiten en als ze loops was droeg ze een onderbroek! Ze lag altijd in de vensterbank en als wij dan thuis kwamen moest de buurvrouw altijd de deur opendoen want dan moest ze (Bianca) ons even begroeten.


MET EEN WASHAND BIJ DE KRAAN


door Joke Zittersteijn-Korevaar, Tinaarlostraat 63


In 1955 kreeg mijn vader via zijn werk een flat aangeboden in de Tinaarlostraat. Wat een luxe na 4 jaar inwonen bij mijn opa en oma! Er zat zelfs een douche in, hoewel die alleen op de zaterdag werd gebruikt want de rest van de week werd er gewoon met het washandje gewassen bij de kraan. We woonden daar net toen mijn moeder kennis maakte met de bovenbuurvrouw en ik Ingrid Anneese voor het eerst zag.
Het was een kinderrijke straat: op ons portiek woonden Ingrid en Marga, Tonnie en Hansje, de familie Drent met Koosje die altijd ziek was en nog wat kinderen die ik me vaag herinner. Mevrouw Drent had een vaste uitdrukking als we weer eens te veel lawaai maakten op het portiek: ‘d’r in of d’r uit!’
Ik speelde veel met Ingrid, Els en Nora en Anneke. Altijd buiten, in de achtertuin, op het schoolplein en ’s winters bij elkaar binnen. Ik zat op de openbare Leonard Roggeveenschool, de school die tussen de christelijke en de katholieke school in stond.
Mijn vader deed mee aan het organiseren van tuinfeesten en er werd ’s zomers door de volwassenen gevolleybald. We zaten allemaal op Vitesse, de zwemclub waarvan de vader van Rien, Els en Nora voorzitter was.
Veel contact met de andere twee blokken was er niet; ik zat in de klas bij Hennie van Montfoort, die in het 2e blok woonde en daar kwam ik wel eens.
Rob Nihot uit het 3e blok zat bij ons op zwemmen. Maar je speelde toch voornamelijk met de kinderen uit je eigen blok.
Het contact verwaterde toen ik naar de middelbare school ging. Gelukkig ben ik op mijn 18e wel een keer met Ingrid meegegaan naar Den Hout, een discotheek, want daar heb ik Piet ontmoet, waar ik nog steeds mee getrouwd ben. De Tinaarlostraat staat voor mij voor een heerlijke, onbezorgde jeugd waar ik graag op terug kijk.


TUINFEESTEN EN TENTEN BOUWEN



door Nora Verwaijen, Tinaarlostraat 27 / mei 2011/ e.a.verwaijen@ziggo.nl




WONEN MET UITZICHT


Dat wij tegenover drie scholen woonden is achteraf bijzonder aan een woonstraat. Bijna alle kinderen die in de Tinaarlostraat woonden gingen naar één van deze scholen. Twee jaar (1954) was ik toen wij op nummer 27 (derde etage) kwamen wonen. Eerste blok, tweede portiek. Een vierkamerwoning met een badkamer! Ik stond als peuter voor het raam te kijken naar de ‘speelkwartiertjes’ van de christelijke school waar wij tegenover woonden. Met mijn mond tegen het randje van het houten raamkozijn, dat ik kapot beet.
We keken over de school heen en zagen de ‘gashouder’, die wisselde van hoogte al naar gelang hij vol was. De Melis Stokelaan en Leyweg heb ik vanuit het raam bebouwd zien worden. Het landje waar nu de Hema staat is lang een speelveldje geweest.


Onder ons (op #25) woonde Donald, zijn zusje was geestelijk gehandicapt. Deze familie is verhuisd en toen kwam familie ??. Op de eerste verdieping woonde de familie Ingram. Guus, Jane, Sjonnie en Edmee. Ook Tinus de broer van mevrouw Ingram woonde daar. Boven ons woonde de familie Vermaas met een volwassen zoon Theo. Bij de familie Pols (# 35) ging ik als kind veel logeren, hun zoontje Hans was van mijn leeftijd.

TUINFEESTEN


Mijn vader - met buren - organiseerde tuinfeesten en heeft de tuinvereniging TinoWap opgericht. De combinatie van Tinaarlostraat en Wapserveenstraat.
Hij speelde jaren voor sinterklaas. Zwarte Piet was meneer Pols, vader van Hans. Mijn moeder heeft het kostuum de mijter,en baard zelf gemaakt. Het bijzondere van deze sint was dat hij gouden schoenen had. De sinterklaasfeesten werden gevierd in het gebouw aan de Genemuidenstraat op de ‘speelweide’ tussen de Leyweg en de Melis Stokelaan.
De tuinfeesten begonnen vaak met een verkleedoptocht, fiets versieren,tenten bouwen en spelletjes. Ook was er een wedstrijd voor het mooist versierde balkon. In de avond was er een kampvuur en gingen de volwassenen volleyballen.
Toen er eenmaal een volleybalnet was aangeschaft, gebeurde het vaker op zomeravonden dat de volwassenen gingen volleyballen in de achtertuin. Ik lag dan vanuit mijn bed (gordijn een stukje omhoog) te kijken. Gezellig! Van één tuinfeest weet ik nog dat de grote jeugd serviesgoed kapot mocht gooien.
De vergaderingen waren vaak bij ons thuis en er was nagedacht om ook iets voor de tienerjeugd te organiseren. Voor de tuinvereniging moest er contributie worden opgehaald en vaak ging ik met mijn vader mee langs de deuren.

TUINEN en SCHOOLPLEINEN


Langs de huizen stonden struiken. Vaak ben ik met anderen door de struiken onder de balkonnetjes doorgelopen. Knijpers zoeken was al een bezigheid.
Het meest werd gespeeld op het grasveldje van de christelijke basisschool direct aan de overkant over het prikkeldraad. Omlopen om door het hek te gaan was al te ver. Op dat grasveldje werden tenten gebouwd. Oude gordijnen, lakens, stokken, knijpers en touw kwamen uit de kelders. En stond de tent eenmaal, dan lieten de moeders (ook mijn moeder) een zakje brood aan een touwtje zakken voor de lunch.


Op het schoolplein werd gefietst, verstoppertje gespeeld, gestept en met de bal spelletjes gespeeld tegen de muur. De conciërge (de ‘Kale’ noemden wij hem) was hier niet blij mee en vaak werden we weggestuurd.
Aan de zijkant van de school leegde ‘de Kale’ de zak van de stofzuiger. Daartussen zaten nog stukjes schoolbordkrijt en tussen het stof ging ik zoeken. Ik kan nog de geur van de stof terughalen.


SFEER


Op zaterdagmiddag was op de radio (distributie radio) een top 10 muziekprogramma. Bij ons ging dan het geluid harder en vaak kwam Judith Schaken dan bij ons om mee te dansen. Het gezin Schaken woonde op het eerste portiek, drie hoog en hun huiskamer muur grensde aan onze huiskamer. Dunne muren!
Het portiek werd regelmatig op zaterdag schoongemaakt door een bedrijf. De melk- schillen- en kaasboer, de bakker, alles kwam langs de deur, zelfs de trappen op!


Aan de overkant van de straat was ook een stoep en zo was ‘stoepbal’ een spel dat vaak gespeeld werd. Nog even na het eten (tot de lantaarns gingen branden) buiten spelen. Ieder gezin had zijn eigen fluitje waarmee je gewaarschuwd werd.
De hele bouw van de Hema heb ik vanuit ons raam goed kunnen zien. Ook de flat die er bij werd gebouwd en ons veel uitzicht ontnam.

SCHOOL en VAKANTIE


Van school naar huis was voor mij een klein stukje, ik zat met mijn broer Rien en zus Els op de Openbare Leonard Roggeveenschool. Het was een moderne school, zeker door hoofdmeester Koenders die in de nissen van de school konijnen en kippen liet rondlopen.
Met vriesweer spoot hij water over het schoolplein, zodat er een glijbaan was. Over het schoolplein liep een witte kalkstreep, onder- en bovenbouw had zijn eigen gedeelte. Een magische streep!
Tussen de middag ging ik naar huis, mijn moeder gooide dan een portemonnee met een boodschappenbriefje naar beneden en ging ik eerst naar de Spar om de hoek.
Op de hoek zat een dameskapperszaak Dutsy (?). De speciale geur van zo’n zaak rook je buiten. Dan kwam de banketbakkerszaak Hoendermis. Ook die rook je goed wanneer in de bakkerij achter de winkel koekjes werd gebakken. Vaak hingen we in de deuropening achter de winkel, kijken naar het werk en hopen op wat koekkruimels of deeg.
Later had deze zaak een ijsmachine. Heerlijk softijs. Voor een kwartje had je een koekbekertje vol roomijs. Vol automatisch! Maar als je met je hand het randje van de spuit indrukte had je gratis ijs! Wel snel weghollen.
In de vakantie konden we bij de groenteboer ’s-morgens vroeg boontjes ‘doppen’ en andere werkjes doen. We kregen daar - denk ik - een dubbeltje voor.


Met Judith Schaken en Ingrid Anneese had ik nog een muziekclubje. We droegen 5 cent per week bij. Ik zat op gitaarles (in de Wapserveenstraat) en één van de twee speelde ook iets. Voor de ander hebben we toen van het geld een speelgoed xylofoon gekocht. Lang heeft het groepje niet bestaan.
Ik speelde ook met Anneke Dietz (zat ik bij in de klas), Joke Korevaar en Jane Ingram. Sjonnie Ingram kwam veel bij ons thuis of beter in de kelder. Daar stond een bandrecorder waar mijn broer veel bezig was. We hadden daar ook kelderfeesten. De algemene kelder werd versierd met wc papier, doeken, lichtjes werden er opgehangen en ’s avonds dansen.
Kinderpartijtjes voor je verjaardag was niet meer dan snoepjes uit een teiltje met water oppakken. Maar wij hadden een toverlantaarn en mijn broer ‘draaide’ filmpjes. Dit waren stroken met vijf plaatjes erop en werden geprojecteerd op de muur. Hij vertelde het verhaal erbij. De lamp werd gloeiend heet en moest dan weer afkoelen.

In de zomer met zijn allen naar het strand fietsen, aan het eind van de Savorin Lohmanlaan, vooral met Frank Kooistra. Zijn broer was Rudie Kooistra (zat ik ook bij in de klas). Hun jongste broertje heette René. Familie de Vries kwamen later in ons blok wonen en werden buren van fam. Kooistra. Daarvoor woonde er een gezin waarvan 1 zoon Chelly heette. Familie Wareman woonde er met hun zoon Chris. Hij heeft de Puch van mijn broer overgenomen.
In dat zelfde (derde) portiek woonde familie de Leeuw. De dochters heette Els en Anke. Ze hadden ook nog een broer. Mijn zus is het opgevallen dat op de begane grond bijna alle families een achternaam van een dier hadden. Zo woonde er ook een familie Arends.
De familie Pols is verhuisd en familie Briedeé kwam er met hun zieke zoontje Andreetje wonen. Een hartpatiënt. Dit jongetje kreeg les aan huis en kon later aan de overkant op school gaan. Hij is jong overleden, de ouders zijn later weer verhuisd.
Mijn broer was ook ziek, hij heeft ook gebruik gemaakt van dezelfde leraar aan huis.

Rien is in 1965 overleden en was toen 17 jaar.


ZWEMMEN



Mijn vader was veel met de zwemvereniging ‘Vitesse’ bezig. Door hem zijn veel kinderen in de straat lid van deze vereniging geworden.
In de zomer liepen we als groep naar het Zuiderpark openlucht zwembad. Wie geen lid was mocht voor een klein bedrag naar binnen. Het verzamelen was altijd voor ons portiek en de wandelingen (30 minuten) waren leuk. Door de Genemuidenstraat en het Zuiderpark liepen we naar het bad. Als we op de terugweg te laat waren, dan waren de hekken van het park gesloten en moesten we omlopen.



Op maandagavond fietste ik met Frank Kooistra naar de Mauritskade voor de zwemtraining. Ook vaak met bus 5 vanaf de Melis Stokelaan, ook dan met een groepje, Jane, Judith, Frank, Els en ik.
Later hadden Els en ik extra zwemtrainingen en gingen we al vroeg (6 uur), naar het toen nieuwe zwembad op de hoek Genemuidenstraat/Loevesteinlaan. In de zomer deden we de trainingen in het openluchtzwembad Zuiderpark.


Ik, Nora

Mevrouw Ingram heeft vaak mijn haar opgestoken. Ik ging dan vroeg in de ochtend naar haar toe en zij maakte een ‘knot’ boven op mijn hooft. Strak zat dat.
In het derde blok werd op een benedenverdieping Staatsloten verkocht. Een lange rij mensen stonden dan buiten te wachten. Ik heb er ook gestaan en werd dan later door (misschien mijn moeder) afgelost in de rij.
Toen ik 18 jaar was ben ik met mijn ouders verhuisd.



TENTEN VAN OUDE GORDIJNEN



Door Boele Eding, Tinaarlostraat 43 en later 57


Wij - de familie Eding (twee maal Boele en twee maal Coby) - hebben eerst op nummer 43 en later in het huis van de familie Dietz op #57 gewoond. Boven de familie De Vries, naast de familie Wareman en schuin boven de familie Kooistra.
In ons huis op #43 kwam toen Evelien wonen boven de familie Van den Berg, die volgens mij eerst naast de familie De Leeuw woonde, maar dat weet ik niet zeker meer. Later kwam daar een familie wonen met een zoon die volgens mij Renee heten. Zijn moeder had vaak een roze jas aan. Als ze de straat ik kwam lopen begon hij altijd het liedje van de pink panter te zingen.
We waren veel aan het buitenspelen met Ton Schaken, Trees Hilling, John Ingram, Chris Wareman, Rene Kooistra, Frank Kooistra, Peter de Vries, Lisette Dietz, Marga Anneese en Patricia Malcolm. In de tuin, maar ook heel veel op het schoolplein voor onze huizen.
Ik kan mij nog wel de tuinfeesten herinneren waar bij we dan verkleed als cowboy of indiaan gingen, compleet met wigwams of zelfgemaakte tenten van oude gordijnen. In de avond gingen onze ouders dan door met volleybal, waarnaar wij (mijn zus en ik) stiekem uit bed naar lagen te kijken.
Verder kan ik mij nog goed herinneren dat we altijd aan het voetballen waren op het schoolplein en er menig raam sneuvelde, waarna we op de vlucht sloegen voor de concierge.
We speelden daar ook heel vaak blikkiesput, een soort verstoppertje en stoepranden. Ook de winters kan ik mij nog goed herinneren. De grote iglo op het schoolplein en de schaatsbaan met slootwater waar iedereen aan meehielp door een soort ketting te vormen.
Ook gingen we zomers met een kar en in de winter met de slee van de heuvel in het Zuiderpark. Ook de avonden zwemmen in het openlucht zwembad in het Zuiderpark kan ik mij nog goed herinneren. Voor al de avonden dat het park dicht was en wij met z’n allen over het hek moesten klimmen.
Ik kwam zelf veel over de vloer bij de familie Ingram. Ik speelde veel met John. Later hebben we ook nog op dezelfde school gezeten en dezelfde baas gehad.
We hebben toen we 16 waren ook de straat nog redelijk onveilig gemaakt met onze brommertjes.


Menu

Welkom op de site

blok 2 / nummers 77 t/m 147

blok 3 / nummers 149 t/m 219

19 Reacties

Leveranties aan huis