Kolen sjouwen voor op het balkon / bewoners blok 3 / nummers 149 t/m 219











>







De familie Nihot woonde in het 3e blok op nr. 181. Uit het familiealbum kwamen de volgende foto's te voorschijn van Robbie op de slee, Robbie in de zandbak, de familie Nihot met ma, pa en Victor voor het portiek en lekker badderen in de tuin met Sjors en Ria van der Kant op de voorgrond. Wie er bij Robbie in de teil zit is onduidelijk.




STOEPRANDEN in 1963

Bijdragen van Jose van der Velde - De Greef
Jose is ex-bewoner van Tinaarlostraat 165 (van 1956 tot 1972)
Ze is bereikbaar via:josevelde@ziggo.nl



SPEEL-, BOOD-, BUUR- en VRIENDSCHAPPEN



GEZIN en HOGE WONING

Mijn ouders - Hans de Greef en Riet Vogelaar - zijn in 1955 komen wonen in de Tinaarlostraat op nummer 165. Ze kwamen uit een veel te klein onderkomen in Scheveningen. Daar was mijn zus in 1953 al geboren: Jeanne (later Jane). Mijn naam is José de Greef. Ik ben geboren in mei 1956 in de Tinaarlostraat. Mijn ouders hadden een driekamer-woning toegewezen gekregen in het derde (en laatste) blok, op vierhoog. Dat heb ik altijd eng gevonden. Te hoog en ook niet leuk. We hebben daar een poes verloren door een val van het balkon. Een paar jaar later zijn mijn ouders gaan scheiden van elkaar. Iets wat bijna niet voorkwam in die tijd. Ik zou er tot 1972 wonen. Mijn moeder ging toen hertrouwen.

EEN PORTIQUE met PRETTIGE BUREN



Op ons portiek woonden gezinnen mèt en zonder kinderen. De hoekhuizen waren tweekamer-woningen. Niet geschikt voor een gezin. Harry en Leny waren onze buren met hond Fido. Daaronder woonde Lia Gerritsen met haar oma en hondje Manchoe. Lia was kind aan huis bij ons. Daaronder de familie D’Haans. Helemaal beneden een ouder echtpaar met poes Stuivie. Onder ons eerst de familie Beekhuizen met Martin en Yvonne. Ze verhuisden later naar Emmen. Daarna kwam de familie Zeeman er wonen met dochter Margaret, die mijn vriendin zou worden. Daaronder de familie Lensvelt met Hetty en Gerard, uit Zwolle. Helemaal beneden een echtpaar uit Indonesië.


ZON in FEBRUARI

Buiten spelen deed je in de grote achtertuin of op de speelplaats van de scholen voor ons. De 'Kardinaal de Jong'-school bijvoorbeeld met Frater Raimundo en Frater Cecilius. Op woensdagmiddag mochten we film kijken in de school. In de achtertuin stonden klimrekken. Dat was een ontmoetingsplaats voor kinderen uit alle blokken, ook die van de Wapserveenstraat. Ik heb daar achter- en voorover leren duikelen. En boompje verwisselen. Tegenover ons balkon woonde mevrouw Bink in de Wapserveenstraat. Ze lag in februari al op haar balkon te zonnen. Wat een enig mens. Ik vond het heerlijk om buiten te spelen. Ik haatte het als mijn moeder op het balkon verscheen en mij vermaande binnen te komen.

APART KAMPEREN in het PORTIEK

Steppen met Gerard. Hij had een soort trekkar met een touw eraan gemaakt en ik mocht voorop zitten. Dat ging best hard! En ballen op de speelplaats van de school. Daar werd een liedje bij gezongen en iedere keer mocht je een stapje verder. Ik ben vergeten hoe het heette. En rolschaatsen op de stoep of verstoppertje. Tenten bouwen in het portiek was een grote ergernis van de andere buren. Spelen in de kelder was ook favoriet. Net zoals spoorzoekertje. Of glijden van de leuning, helemaal naar beneden. Je ging als een speer. Ik begrijp nu nog steeds niet hoe ik het durfde toen.


SCHAATSEN in de LEER

In de winter schaatsen op de Hoogeveenlaan. Mijn vader had mij 'klompjes' gegeven om het te leren ..... wat een drama! Mijn zus had Friese doorlopers gekregen en dat ging veel beter. Ik probeerde mijn vader na te doen want hij kon zo goed beentje over..... Toen ik eenmaal kunstschaatsen kreeg (waar ik gelijk op wegreed) schaatsten we helemaal rond het sportveld.

COMMUNIE en de TOTO

Van het middelste blok ken ik de tweeling Johanna en Liesbeth. Fascinerend vond ik dat toen al, precies hetzelfde eruit zien. Ook de familie Snijders met hun vier zonen: Ed, Peter, Ton en Paul. Vader Snijders heeft nog foto’s gemaakt toen mijn zus haar plechtige communie deed. Vriendelijke mensen waren het. Ik herinner me het ongeluk van Ton nog op de Leyweg. Zijn gezicht was behoorlijk blauw. Dat maakt indruk op die leeftijd. En de familie Sweers, de familie Keimel met zoon René en Els en Loes beneden. In het portiek van de familie Snijders woonde Edith, die de Toto-formuliertjes bij ons ophaalde. En Annemarie en Jos.


BANDEN in het BLOK

Op nummer 173 (het portiek naast ons) woonde eerst de familie van Kampen met zonen Peter en Kees en dochters Anne en Rika. Vader Cor en moeder Trude kwamen in 1968 of 69 om bij een ernstig verkeersongeluk in Duitsland, in Garmisch Partenkirchen, tijdens hun vakantie. Ik vergeet nooit de dag dat de politie-agent bij ons aanbelde en het afschuwelijke nieuws moest vertellen. Omdat wij een goede band met haar hadden at en sliep Rika bij ons toen haar ouders op vakantie waren. Uiteindelijk is zij verhuisd en in de buurt van haar zus Anne gaan wonen. Later kwam daar de familie Bergmans wonen met dochter Madelon, zoon Peter en later dochter Wendy. Ik raakte ook bevriend met Madelon. Als we elkaar wilden spreken klopten we op de muur en kletsten onder het raam door. Als we elkaar iets wilden geven, dan deden we dat ook onder het raam door. Ik weet nog dat haar vader in een grote Amerikaanse auto reed. Deze was niet van hemzelf. Hij werkte voor een ambassade. Hij had een singletje in die tijd ‘Dear Ann’ van de George Baker Selection. Dat werd grijs gedraaid en niet zo zachtjes.....? Op dat portiek woonden ook de familie Huisman en de familie Lunenberg met Freddy en Robbie. Padvindertjes die voor een heitje een karweitje deden. De familie Nihot met zonen Rob en Viktor. Ook aardige jongens. De familie Pacqué met zonen Paul en Henk. Hun vader droeg altijd een hoed. Dit vond ik altijd zo’n mooi gezicht. Hij nam hem altijd af bij begroeten. Paul en Henk waren keurige jongens. En de familie Boonstra, met dochter Linda. Ze had mooi lang haar! Was ik altijd jaloers op.

EDUCATIE naar ACHTERGROND

Er waren in onze straat drie scholen. Ik heb op geen van drieen gezeten, omdat ik katholiek was en de 'Kardinaal de Jong'-school toen nog niet gemengd was. De lagere school (zoals dat toen nog heette) heb ik doorgebracht op de 'Sint Cecilia'-school aan de Maartensdijklaan. Iedere dag twee maal heen en weer lopen. Ik stak dan over op het zebrapad op de Leyweg en kwam langs modezaak Beatrix. Ik vond het toen al een mooie winkel. Ik kan me nog herinneren dat ze Beatle-jurken verkochten. Volgens mij had mijn zus er een. Na de lagere school ben ik naar de MAVO gegaan in de Exloostraat (ook weer Katholiek).


CONSERVEN bij de KRUIDENIER

De winkels op de Leyweg waren toen: Paanakker Schoenen en De Insulinde. Dit was een klein supermarktje, wat later de Spar werd. En snackbar Van Zanten, waar je voor een kwartje een kroketje uit de automatic kon halen. Op de hoek was kapper Dudley. Je rook ze al van verre.....? En Jamin, met zijn heerlijke wafel-ijsjes. Later kwam er De Gruyter, met het ‘Snoepje van de Week.’ De winkels in de Wapserveenstraat. Ik kwam er vaak om boodschappen te doen voor mijn moeder. De Ermi, voor broodbeleg. Ik kocht hier mijn eerste zakje Smiths-chips. Het zout zat er toen nog apart bij in een donkerblauw zakje. Slagerij Matze (met zaagsel op de vloer), waar ik altijd gehakt haalde en een plakje worst kreeg. De Klawa, een winkel in fournituren. Hier kocht mijn moeder ons ondergoed voordat er een Hema of iets dergelijks kwam. Deze heb ik nota bene zien bouwen! Op de hoek de Bibliotheek met de plastic kussentjes voor de ramen, waar je kon zitten om te lezen. Bakker van Vliet, waar je plaatjes kreeg bij je kauwgom. Ik spaarde ze allemaal van Marilyn Monroe. Modehuis Slot in de Norgstraat. Mijn moeder kocht daar toen al.

LEVERANTIE aan de DEUR




In onze straat kwam in die tijd een melkboer, een bakker en een olieman aan de deur. Wie herinnert zich niet Paul, de melkboer? Ineens moesten alle vrouwen zonodig melk kopen.....? Hij was knap, vonden zij. Melkzakken in een kan. Van Van Grieken. Het HUS-wagentje met de TipTop-broden en King Corn. Het roept allemaal zoveel nostalgie op. De olieman zie ik nog zo voor me. Mijn moeder kocht bij hem haar afwasmiddel en chloor. Ik spaarde speldjes bij hem en later sleutelhangers. Ook reden er met de regelmaat van de klok voddenmannen door de straat met een bakfiets. Ik was altijd gefascineerd door het taalgebruik op zangerige toon van die lui. ‘Vodde …' en ‘Ouwe rommel ...’ Dat bleef de hele dag hangen. Grappig!

MACHINERIE in HUIS

Enfin, thuis gingen we mee met de tijd. Onze eerste koelkast was van het merk Zoppas. Ik vond het schitterend dat alles ineens koel bleef, want ik weet nog dat mijn moeder alles koelde in de zinken teilen (waar we ook in werden gewassen) op het balkon. Eens per week mochten we douchen. Raar eigenlijk die teilen, als je bedenkt dat we een douche hadden. Als de kolenboer bij ons kwam was mijn moeder altijd nerveus. Alle deuren moesten dicht, behalve de voordeur, de balkondeur en de keukendeur. En die enge mannen met die petjes en zwarte gezichten. Ik moest in mijn kamer blijven. Het hele kolenhok werd volgegooid met kolen. Later kregen we een gashaard en werd het kolenhok weggehaald. Iedere maandagochtend was er het geluid van de schoep van de Miele-wasmachine. Ik hoor het nog. Dat ging allemaal nog met de hand. Mijn moeder was dan echt een hele dag bezig.

BEATMUZIEK als VERLEIDING

Toen mijn zus de tienerleeftijd kreeg en van mijn moeder een platenspeler kreeg, raakte ze verslaafd aan The Beatles (zoals zovelen.) Daar werd stevig op gedanst en bij voorkeur deed ze dat voor ons grote raam als de school begon. De jongens van de 'Kardinaal de Jong'-school stonden allemaal gebiologeerd naar boven te kijken, tot grote ergernis van mijn moeder.

Een STRAAT met een HART

Ik ben verhuisd in 1972. In totaal heb ik 16 jaar gewoond in de straat waar ik geboren ben: die goeie ouwe Tinaarlostraat!



Leonard Roggeveensschool


Jose ging naar de Leonard Roggeveenschool in de Tinaarlostraat die in 1957 geopend werd.




Menu

Welkom op de site

blok 1 / nummers 5 t/m 75

blok 2 / nummers 77 t/m 147

19 Reacties

Leveranties aan huis